Binnen de provincie Noord-Brabant wordt het ondersteunend beleid uitgewerkt om de transitie naar een duurzame veehouderij in 2020 verder vorm te geven, resulterende in een herziening van de Structuurvisie ruimtelijke ordening. Vanwege kaderstelling voor m.e.r.- plichtige activiteiten en mogelijk nadelige effecten op Natura 2000-gebieden wordt de m.e.r. procedure
doorlopen. De provincie heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage verzocht advies uit te brengen over reikwijdte en detailniveau van het op te
stellen plan-MER.
Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert het plan-MER in twee fasen in te richten. Het advies van de Commissie is daarom ook in twee delen opgesplitst.
De Commissie adviseert het plan-MER 1e fase vooral te richten op de brede verkenning van beleidsonderscheidende alternatieve oplossingen en daarbij al beschikbare informatie te betrekken. In het plan-MER 1e fase zou inzichtelijk moeten worden:
- De context waarbinnen de herziening plaatsvindt.
- Wat de beleidsambities en doelen zijn voor de belangrijkste peilers bij de transitie.
- Wat, op basis van de ambities en doelen, mogelijke onderscheidende alternatieve sturingsopties zijn.
- Een beschouwing op hoofdlijnen van de effectiviteit en realiteitswaarde van deze alternatieve sturingsopties.
In het plan-MER 2e fase kunnen de ambities en doelen en het voorkeursalternatief verder worden geconcretiseerd en eventueel vertaald naar ruimtelijke aspecten zoals bouwblokomvang, omvang veestapel of zonering.
Advies RD Structuurvisie Noord Brabant 2751 (0,6 mB)
publicaties